Artikel uit Fons

Interactief voorlezen!

Voorlezen is heerlijk om te doen!

Ik kijk altijd uit naar de voorleesmomenten op de lagere school van mijn kinderen.

Ik vind het heerlijk om die blikken van nieuwsgierige kinderen te bekijken. Met grote ogen kijken ze uit naar wie er komt voorlezen. Mijn zoontje is dan super fier, want zijn mama komt voorlezen. Dan voelen ze zich toch een beetje speciaal!

wat is interactief voorlezen?

Interactief voorlezen is een voorleesmethode waarbij je niet alleen een tekst voorleest, maar tegelijkertijd in interactie gaat met de kinderen. Dat gebeurt bijvoorkeur zowel voor, tijdens als na het lezen.

Hoe doe je dat?

Zorg ervoor dat je in interactie blijft met je leerlingen. Dat kan je doen door open vragen te stellen. Open vragen zijn vragen waar je geen ja of nee op kan antwoorden.

Maak gebruik van prenten. Toen ik in de klas ben gaan voorlezen, had ik foto's genomen uit het boek en die liet ik dan schijnen op het groot bord, zodat de kinderen konden meevolgen. Hun blikken, zalig om te zien!

Een interactief voorleesmoment is opgebouwd uit verschillende fasen.

Een fase voor, een fase tijdens en een fase na het voorlezen. Misschien lijkt de fase tijdens het voorlezen de meest cruciale fase, maar het is belangrijk dat je voor elke fase voldoende tijd te neemt. Elke fase gaat een bijdrage leveren.

Voor

Je kan de titel en de cover bespreken. Waarover denk je dat het boek zal gaan?

Je kan enkele belangrijke woorden bespreken die in het boek voorkomen.

Je kan voorwerpen en illustraties bespreken die in het boek voorkomen.

Als leerkracht kan je hier woordenschat bespreken, waarvan je denkt dat de leerlingen het nog niet begrijpen.

Tijdens

Bouw spanning op, vertel het op een spannende manier zodat de leerlingen hun brein gaan activeren en hun fantasie gaan gebruiken. Wat gaat er nog komen? Dat gevoel probeer je op te wekken. Hun aandacht krijgen, dat willen we bereiken!

Tijdens deze fase is het vooral belangrijk om een evenwicht te vinden tussen de flow van de tekst en ruimte voor inbreng van jezelf en de leerlingen.

Blijf in deze fase de leerlingen goed observeren. Zijn ze nog mee? Heb je hun aandacht nog? Je kan hier ook nog verwijzen naar de illustraties of voorwerpen uit de vorige fase.

Na

Na het voorlezen maak je ruimte voor een nabespreking van de tekst die je voorlas.

Dit kan op verschillende manieren. Welke emoties hebben het boek opgewekt? Je kan nog dieper gaan over de inhoud. Je kan ook terugblikken op de voorspellingen die de kinderen vooraf maakten. Bespreek samen de eigenschappen van het boek.

Wat ook altijd leuk is voor de leerlingen, is dat je het verhaal gaat linken aan hun leefwereld. In deze fase kan je nagaan of de inhoud van de tekst goed begrepen is.

Laat de leerlingen vooral aan het woord komen. Laat ze vertellen, laat ze stilstaan bij de tekst.

Wat is het effect van interactief voorlezen?

Je creëert er meteen een fijn voorleesmoment mee!

Maak er een ontspanningsmoment van.

Het is ook belangrijk om de inbreng van leerlingen te activeren en zo de leerkansen

te benutten. Op een plezierige manier zijn ze volop met taal bezig. Dat is wat we willen bereiken, plezier hebben en leren!